Schuldregeling: minnelijk traject

kies uw wijk

In een minnelijk traject probeert een schulddienstverlener met de schuldeisers afspraken te maken over een schuldregeling. De schuldeisers zijn vrij om er wel of niet aan mee te werken. Als een minnelijk traject slaagt, verlenen de schuldeisers finale kwijting. Finale kwijting betekent dat de schuldeiser uw overblijvende schulden kwijtscheldt als u aan het einde van de afgesproken periode alle afspraken die zijn gemaakt, bent nagekomen.


Als het u niet lukt om zelf uit de schulden te komen, kunt u zich aanmelden voor schulddienstverlening. U moet 18 jaar of ouder zijn en een regelmatig inkomen hebben.

Goede schuldhulp
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de schulddienstverlening aan hun inwoners. U moet dan ook ingeschreven zijn in de gemeente waar u om hulp vraagt. Maar er zijn ook andere organisaties die hulp bieden bij schulden. Informeer of de schulddienstverlener, net als de gemeente Utrecht, is aangesloten bij de NVVK (Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren). U mag dan kwaliteit verwachten en hebt de mogelijkheid een klacht in te dienen als dat nodig is. Voor schulddienstverlening mag geen geld worden gevraagd! 

Wanneer het minnelijk traject precies start, hangt af van de organisatie die de schulddienstverlening biedt. In Utrecht moet er eerst een fase van stabiliteit zijn. Als deze fase goed is doorlopen kan een minnelijk traject worden gestart. Of er een minnelijk traject gestart kan worden hangt af van uw persoonlijke situatie en van de soort schulden/schuldeisers die er zijn.

De schulddienstverlener berekent uw aflossingscapaciteit: het bedrag dat u per maand heeft om uw schulden mee af te lossen. Eerst wordt berekend welk bedrag u minimaal nodig heeft om van te leven: het VTLB (vrij te laten bedrag). Uw netto inkomen -/- het VTLB is het bedrag dat beschikbaar is om schulden af te lossen.  

Finale kwijting
Het is gebruikelijk dat de aflossingsperiode 36 maanden (3 jaar) duurt. Lukt het niet om in deze periode uw schulden af te lossen, dan wordt de rest van de schuld kwijtgescholden. Hierbij is de schulddienstverlener van groot belang, hij onderhandelt hierover met de schuldeisers. Bij de start van een minnelijk traject moeten daarom altijd álle schulden bekend zijn.

Dwangakkoord
Als niet alle schuldeisers akkoord gaan met de voorgestelde regeling, kan de schuldenaar de rechtbank vragen de weigerende schuldeisers te verplichten om mee te werken aan een minnelijke regeling. De rechter legt alleen een dwangakkoord op als de weigering van één schuldeiser onevenredig nadelig is voor de andere schuldeisers.

X
 

U wilt iets bekijken dat wordt aangeboden in een andere wijk.

Wilt u verder gaan, zet dan het wijkfilter uit.